Wasting time will never be the same again.Tijdverspillen zal nooit meer hetzelfde zijn.

History



There have been several attempts in history to describe timerot,

The socials


Through the ages, a variety of socialist thinkers have somehow tried to get a grip on the concept of timerot. The anabaptists of the time of the sixteenth century reformation wanted the abolition of the chuch, in that time a serious timerotting institute. People wasted oozles of time visiting the church and maintaining the clergy. The socialists at the time of the industrialisation also seemed to realize that somewhere, somehow, times was wasted. From the perspective of timerot the battle for the eight hour workday as not as much a struggle for justice as for a less wasteful spending of time in the treadmill of industrious activities that could have been done by machines.

The tragic of the socialists is of course that they forgot that the aim of reducing timer would inevitably have to lead to the abolishment of labour in all. The emphasis on a good wage for a day of hard work obscured the ultimate aim, and made the socialists the conservatives of the timerot age.

For instance, the name of the socialist party in the Netherlands and the UK, Labour Party (in Dutch Partij van de Arbeid) would make it impossible to abolish stupid work, as that would mean the abolishment of themselves. The name prevented them from thinking the unthinkable: getting rid of wasting time in labour.


The productivity cultus



From a different angle the possibility to have a clear view at the concept of timerot has also been nibbled away. Ever since creatures came to life, they have tried to be as efficient as possible to maintain their balance of energy. A seagull wil make a few attempts that get a part of a rotting fish from a coot as the seagull knows that consuming that rotting fish will mean that he will not have to worry about food for two days.

Mankind has also attempted to get more energy for less labour. Modern economists call that productivity. When getting lots of result with very little work, according to that definition you are very productive. From that point of view speculation is very productive: with very little work, lots is accomplished.

At the end of the nineteenth century this productivity cultus got a huge impuls by the creation of machines that were better capable of replacing human and aninmal labour. All kinds of agricultural equipment that replaced labour on the land, artisanal machines that made cloth, footwear, tools replaced the artisanal labour force, lead to a huge reduction of human labour. Good, less timewaste.

the heroes of that age, the engineers and construction designers, the investors in factories and machines, very clearly saw the advantages of these modern tools: far less people were needed to make more. That has been pursued relentlessly: after replacing artisanal work, the next step was to divide work in a series of simple actions so that the knowledge of knowing how to make something was not needed any more. Any kid could do it. And that was exactly what happened.

A tragic coincidence of this division of tasks was that these tasks became that simple that participation to the labour process, which had seemed to have a purpose up till that time, suddenly got all the attributes of timerot. An eight hour shift on the conveyor belt is eight hour of wasted time. All you could do is wait till the horn hooted, and your time wasting on nothing would stop.

Another unfortunate consequence of this rise of the machines was that this was accomplished in a society where some people thought they could own it all. Instead of distributing the fruits of the higher productivity to all, so that everybody could work less and enjoy a better life as the machines took care of producing what was needed, there was exorbitant wealth for a few, and misery for a big hunk of the rest of the people. Ring any bells?

This cultus of productivity still is rife at the moment, as well as the inaptitude to tackle the unequal distribution of the results and the timerot effects of this efficiency-rage.

The qualitatives



Another current trying to catch the concept of timerot I define as the qualitatives. These are the people adept in describing how the division of time, labour, power and location to different realms of life got estranged. This description of society as being estranged led to a lot of confusion, and heated debates in which the one blamed the other of being estranged. 'What you are doing is strange!' 'No what you are doing is estranged, you think work is more important than sex!' 'And you think sex is more important than a decent living wage!'

I think the qualitatives tried to describe a society with a high timerot index, and the consequences that had on people, the amount of time they themselves experienced as wasted time.

Nowadays, one can recognise these society when people start to describe their own work as a bullshit job.

Historie



Er zijn in de geschiedenis een aantal keren pogingen gedaan om het inzicht van tijdrot te vangen of te omschrijven.

De socialen



Zo hebben verschillende socialistische stromingen door de eeuwen heen blijk gegeven van een sluimerend inzicht in gevolgen van tijdrot. De wederdopers uit de middeleeuwen wilden bijvoorbeeld de afschaffing van de kerk, wat in die tijd een grootschalige verrotter van tijd was. Mensen moesten in de tijd veel tijd verdoen aan kerkbezoek en leveren van goederen aan geestelijken. Ook de socialisten ten tijde van de industrialisatie gaven blijk van een besef dat er ergens tijd werd verspild. Vanuit het rottend-tijd perspectief was de strijd om de acht-urige werkdag niet zozeer een strijd voor meer rechtvaardigheid als wel voor minder verspilling van tijd in de tredmolen van bedrijvigheid die net zo goed door machines kon worden uitgevoerd. de tragiek van de socialistische beweging is natuurlijk dat zij vergat dat het streven naar minder tijdrot uiteindelijk tot een afschaffing van de arbeid zou moeten leiden. De nadruk op een leefwaardig bestaan middels loon voor werk vertroebelde het uitzicht op het einddoel.

De naam van de socialistische partij in Nederland, het potsierlijke Partij van de Arbeid, belichaamde al dat deze partij nooit in staat zou zijn om tot het ultieme doel, de afschaffing van arbeid, zou kunnen nastreven of zelfs maar zou kunnen inzien dat dit doel het nastreven waard was.

De productiviteit cultus



Uit een andere hoek is er ook geknabbeld aan de mogelijkheid om inzicht te hebben in het begrip. Al sinds mensenheugenis trachten biologische wezens zo doelmatig mogelijk in hun energievoorziening te voldoen. De meeuw zal een paar keer een poging doen om een meerkoet van een stuk rotte vis weg te jagen, omdat de meeuw weet dat de consumptie van het stuk rotte vis zal betekenen dat de komende twee dagen de hongerklop buiten de deur zal houden.

Zo heeft de mensheid steeds getracht met minder arbeid meer opbrengst te krijgen. Moderne economen noemen dat productiviteit. Als je met heel weinig werk heel veel opbrengst heb, ben je volgens die definitie zeer productief. Vanuit dat gezichtspunt zijn de speculanten in WallStreet uiterst productief: door zeer weinig werk krijgen zij zeer veel waarde in hun bezit.

Eind negentiende eeuw kreeg de productiviteitscultus een enorme impuls door het ontstaan van machines die beter in staat waren arbeid van mensen en dieren te vervangen. Allerlei agrarische machines, die mensenwerk vervingen, ambachtelijke machines die het maken van kleding, schoeisel, gereedschappen gingen doen in plaats van ambachtslieden, leidden tot een enorme vermindering van tijdrot.

De helden van die tijd, de ingenieurs en de investeerders in fabrieken en machines, zagen heel duidelijk wat de voordelen van deze gereedschappen waren: veel minder mensen konden veel meer maken. Ze gingen daarin steeds verder: na de vervanging van het ambachtelijke werk werd het opsplitsen van werk in een aantal simpele handelingen een volgende stap bij het verminderen van de hoeveelheid tijd die nodig was voor het maken van een product.

Een tragische bijkomstigheid van de splitsing van taken was dat activiteiten de taken zo simpel maakten dat de deelname van een mens aan het arbeidsproces, dat tot op dat moment nog zinvol had geleken, ineens alle kenmerken kreeg van tijdrot. Een achturige werkdag aan een lopende band is acht uur verrotte tijd. Het was wachten op de bel geworden.

En helaas begrepen de eigenaren van de machines niet dat de hogere opbrengst nu ten nutte van de maatschappij zou kunnen komen, en een algemene vermindering en verdeling van het aantal gewerkte uren zou moeten plaatsvinden, waardoor er, in plaats van een stijgende welvaart voor iedereen, exorbitante rijkdom voor een enkeling was en schrijnende armoede voor velen. (Komt dit u wellicht bekend voor?).

De productiviteitscultus houdt tot nu toe stand, evenals het onvermogen de hogere opbrengsten en tijdrot effecten van deze doelmatigheid-manie aan te pakken.

De kwalitatieven



Een andere stroming die getracht heeft te vangen wat tijdrot inhoudt noem ik de kwalitatieven. Dit zijn de mensen die beschreven hebben hoe mensen in een samenleving met een toenemende verdeling en scheiding van werkzaamheden, bezit en macht zogenaamd van zichzelf vervreemd raakten. Deze omschrijving leidde tot vele misverstanden, waarin verhitte discussies ontstonden van mensen die een ander verweten vervreemd te zijn: 'Wat jij doet is vervreemd!' 'Nee jij bent pas vervreemd, je denk dat je werk belangrijker is dan sex!' 'En jij denk dat sex belangrijker is dan brood op de plank!'

Wat de kwalitatieven trachtten te omschrijven is de toenemende tijdrot coëfficiënt: de hoeveelheid tijd die mensen ervoeren als verloren tijd, die zij verspilden aan zinloos tijdverdrijf.

Nu zie je dit terug in de ervaringen die mensen hebben als ze hun eigen baan omschrijven als een onzin-baantje, of een bullshit-job.