Volgens het NRC van 30 oktober 2012 mag een woningcorporatie maximaal 4,5 procent van de woz-waarde van een woning aan huur berekenen, en wordt het puntenstelsel voor huurwoningen afgeschaft.
Om na te gaan wat dat voor u betekent heb ik hier de Rutte huurcalculator opgezet.
Mocht u dit te veel vinden, bedenk dan dat de WOZ-waarde ieder jaar anders kan zijn, afhankelijk van de marktwaarde van panden. Een voorbeeld: het pand waarin ik woon is in 1980 voor 313.000 euro gekocht, en vervolgens nog eens voor 148.000 verbouwd, een totaal van 461.000 euro. Gezien de inflatie over al die jaren zou het pand nu ongeveer 945.000 euro waard moeten zijn (zie
Helaas is dat niet het geval. De prijs van huizen is al jaren harder gestegen dan de gemiddelde inflatie. Zo zijn de prijzen in 1995 39,9 procent van de waarde van de huizen in 2005. (Zie cbs), en zijn ze in het 2011 103,8 procent van wat het in 2005 zou zijn. De inflatie van 1980 tot 1995 was 46,6 procent, van 1995 tot 2011 39,7 procent. Er vanuitgaande dat de huizenprijzen tot 1995 met de inflatie meestegen, zou ons huis in 1995 676.000 euro waard zijn geweest. Als we dan de huizenprijzen stijging tot 2011 mogen geloven, dan zou in 2011 het pand van 676.000 in 1995 nu 1.758.616 euro waard zijn. De huizenprijzen stegen namelijk van 1995 tot 2011 met 160 procent. Een huis van 100.000 in 1995 was in 2011 260.000 waard. Deze onwaarschijnlije waardevermeerdering is de luchtbel waarop de nederlander kon doen alsof we rijker waren dan we waren, woningcorporaties geld uitgeven alsof het water was en zich beklagen over de lage huurtjes die ze binnen kregen op dat gigantische kapitaal waarop ze zaten.
Deze prijsstijging van huizen was geen probleem geweest als de lonen in die periode net zo snel meestegen. Dat is (u raadde het al) niet het geval. Het gemiddelde jaarloon in 1995 was 31.000 euro, in 2011 52.000 euro, een stijging van 67 procent. (Zie cbs
Wat de makelaar, de bank, de Telegraaf en de VVD ook mogen beweren, de huizenprijzen in 2011 zijn nog steeds twee keer hoger ten opzichte van 1995 dan ze volgens de inflatie zouden moeten zijn. Gezien de loonontwikkeling is die stijging van de huizenprijs niet anders te beschrijven dan een luchtbel. Als woningbouwcorporatie en overheid zou ik daar rekening mee houden bij het vaststellen van de woz-waarde en de daaraan gekoppelde huren.